Ridders
Wat?
Een ridder is een soort soldaat in de middeleeuwen. De ridder stond in dienst van bijvoorbeeld een koning of een hertog. Ridders leefden in kastelen waar ze de bewoners moesten beschermen tegen vijandelijke aanvallen.
Wie?
Om een ridder te worden moest je een man zijn en uit een adellijke familie komen. Dit kwam omdat ridder zijn heel duur was. Je moest jouw eigen uitrusting zelf betalen. Veel geld hebben was dus belangrijk om ridder te worden, maar je kon ook ridder worden als je veel land had. Land gaf veel aanzien en bracht geld op.
Hoe?
Om ridder te worden moest je zo vroeg mogelijk met je opleiding beginnen.
Vanaf een jaar of zeven werd je als page naar een ander kasteel gestuurd om te helpen in de keuken. Je leerde er ook goede manieren. Op de binnenplaats van een kasteel leerde een soldaat de jongens vechten met stukken hout of botte wapens. Daarnaast diende de page ook lessen te volgen. Een priester gaf hem onderricht in lezen, schrijven, geschiedenis en godsdienst.
Als je veertien jaar oud was, werd je een schildknaap. Dit hield in dat je een ridder moest helpen met de voorbereiding op het gevecht (de strijd) en aan zijn zijde mee moest vechten. Je moest het paard van de ridder verzorgen, zijn wapenuitrusting poetsen en repareren. Als je dat allemaal kon mocht je mee op een veldslag.
Na vier jaar schildknaap te zijn geweest en als jij jouw moed had bewezen op het slagveld , dan pas mocht je ridder worden. Hiervoor moest de schildknaap een wit gewaad aan doen. Vervolgens moest hij de hele nacht bidden in een kapel. Dit heette dan de nachtwake.
‘s Morgens ging je dan naar de kerk en daar werd je tot ridder geslagen!
Wat voor regels en plichten had de ridder?
Volgens de riddereed moest een ridder dapper zijn en zich inzetten voor armen, weduwen en wezen. Plunderen was verboden. De ridders voerden de 5 onderstaande waarden hoog in het schild:
Eer, kracht en moed, trouw, vrijgevigheid en eerlijkheid.
Ondanks die mooie beloften toonden veel ridders weinig genade bij een veldslag. Het was vaak een strijd op leven en … dood.
Zijn (wapen)uitrusting
Als een ridder in een strijd was, droeg die een wapenuitrusting van staal, soms woog deze wel 25 kg! De eerste middeleeuwse ridders vochten in maliënkolders, die waren gemaakt van een heleboel ijzeren ringetjes. Onder een maliënkolder droegen ze een wambuis. Dit was een soort vest wat de meeste klappen van slagwapens opving. Ridders droegen ook verschillende wapens voor de strijd. Het bekendste wapen wat een ridder bij zich had, was het zwaard. Daarnaast kon een ridder ook een dolk, bijl, knots of strijdvlegel meenemen.
Voor de verdediging droeg elke ridder een schild. Op zijn schild hadden ze een familiewapen staan, dat wordt ook wel heraldiek genoemd. Zo kon een ridder in een strijd herkennen wie bij wie hoorde.
Wat deden de ridders?
Oorlog voeren was de belangrijkste bezigheid van de ridders. De ridders vielen kastelen en steden aan. Bij een belegering konden ridders uit twee dingen kiezen. De eerste was het kasteel omsingelen en afsluiten om zo de vijanden uit te laten hongeren. De andere manier was bruut geweld, door het kasteel dus aan te vallen. Er werd hierbij dan gebruik gemaakt van katapulten, stormrammen en belegeringstorens.
Als de ridders niet hoefden te vechten, deden ze mee aan toernooien. In het begin werden toernooien alleen gehouden om te trainen voor de oorlog. Later werd er een heel spektakel van gemaakt. Er waren verschillende soorten toernooien. Het bekendste soort is wel het steekspel. In zo'n steekspel reden ridders te paard op elkaar af met een lans. Naast al het vechten, hadden ridders nog andere taken. Zo moesten ze ook het landgoed van hun familie beheren, bevelen geven aan de boeren die er werkten, belasting innen, de boeren beschermen en onderlinge ruzies oplossen.
Wist je dat…?
• Ridders deden vaak mee met de jacht en gebruikten dan een kruisboog of een handboog. Een pijl die werd afgevuurd door zo’n handboog, kon wel 300 meter ver komen!
• Jeanne d'Arc, een Franse heldin, was legeraanvoerder in de vijftiende eeuw en vocht met succes tegen de Engelsen. Ze werd valselijk beschuldigd van hekserij en ketterij. Jeanne stierf op 19 jarige leeftijd op de brandstapel.
• Ridders gingen op kruistocht. De kruistochten waren gewapende tochten die in de middeleeuwen werden gehouden om het Heilige Land Palestina, en in het bijzonder Jeruzalem, te "bevrijden" van de Islamitische Turken, zodat pelgrims weer veilig naar het Beloofde Land konden gaan. Er zijn in totaal 9 kruistochten geweest.